Weer verder met het essay ‘De laatste mond’ van Stefan Hertmans uit de bundel ‘Het zwijgen van de tragedie’. ‘Buchners “Lenz’ en Empedokles : symmetrie tussen twee verdwaalden in de bergen. Hun dwalen is een hoger zwijgen. De een wil op zijn kop lopen en hoort de stem van de stilte aan de einder schreeuwen; de ander springt in het binnenste van de berg en veroorzaakt zo de oorverdovende stilte waarvan de eerste gek zegt te worden. Holderlins taal in Empedokles heeft met een ding een merkwaardig dubbelzinnige verwantschap:met het evangelie, met de discussietaferelen uit het Nieuwe Testament. Dat is meteen Holderlins grootste stilistische probleem – dat Empedokles naar de dionysische bok ruikt, en hier en daar de taal van Christus spreekt, zij het dan bitsig en zonder laatste verzoening. Er is een waanzinnig geworden Nietzsche voor nodig om dit te begrijpen: Dionysos de Gekruisigde!’ (Bladzijde 266) Dit is fragment 125. Wordt vervolgd.