Weer verder met ‘Hölderlin, biografie van een mysterieuze
dichter’ van Rüdiger Safranski.
Verder met
Hoofdstuk 9
‘Ze bleven één maand in Kassel, tot 8 augustus, daarna trok het gezelschap
verder naar het nabijgelegen Bad
Driburg. Daar wilde men het geneeskrachtige water tot zich nemen en van het
beroemde parkcomplex genieten.
Intussen was de weg het doel. Heinse was nog steeds van de partij. ‘In onze
badplaats,’ vertelde Hölderlin aan
zijn broer, ‘hebben we heel stil geleefd, maakten verder met niemand kennis,
hadden ook niemand nodig, want
we verbleven onderaan heerlijke bergen en bossen en vormden met elkaar de beste
cercle’ (13 oktober 1796; MA
II, 628).
Ze waren niet alleen in de ‘cercle’ dicht bij elkaar, Susette en Hölderlin
konden ook intiem met elkaar zijn zonder
aanstoot te geven. Ze leefden een aantal weken in redelijk grote vrijheid,
maakten uitgebreide wandelingen en be-
zochten in de omgeving van de Knochenberg de plekken waar Arminius naar verluidt
de Romeinse legioenen heeft
verslagen. Vanaf de heuvels genoten ze van het panorama tot aan de Brocken. ’s
Avonds zaten ze in kleine kring
bijeen en speelden pandverbeuren; er werd ook gemusiceerd en gezongen.’
(Bladzijde 133) Morgen verder met dit hoofdstuk 9.