Weer verder met ‘Gedichten van Friedrich Hölderlin’
vertaald door Ad den Besten.
Verder met
‘Bemoediging
Waarom, echo des hemels! o heilig hart!
waarom verstomt gij onder de sterflijken?
en sluimert, door de goddelozen,
vrije! voorgoed naar de nacht verbannen?
Waakt dan niet meer als vroeger des Aethers licht?
bloeit dan de oude moeder, de aarde, niet?
en oefenen alom de geest en,
lachend, de liefde niet steeds hun recht nog?
Slechts gij niet meer! Toch manen de hemelsen
en stil zijn werk doend speelt, als om dor gewas,
om u de adem der natuur, de
allesverkwikkende, vol bezieling.’
(Bladzijde 237) Dit is gedicht 53. Morgen verder met dit gedicht
‘Bemoediging’.