Weer verder met ‘Gedichten van Friedrich Hölderlin’
vertaald door Ad den Besten.
Verder met
‘In liefelijk blauw…
Is er op aarde een maat? Er is
er geen. Immers nooit op zijn dondergang stuiten
de schepper zijn werelden. Ook een bloem
is schoon, daar zij bloeit in het zonlicht.
Soms vindt het oog in het leven wezens die
veel schoner wellicht zijn te noemen dan
de bloemen. O! ik weet dit wel.
Want te bloeden van gestalt’ en hart
en gans niet meer te zijn, behaagt dat God?
De ziel echter, naar ik geloof,
moet rein blijven – zo reikt aan het machtige zij
op adelaarsvleugels
met lofgezang en de stem van zo vele vogels.’
(Bladzijde 353) Dit is gedicht 71. Morgen verder met dit gedicht ‘In liefelijk
blauw…’