Weer verder met ‘Hölderlin, biografie van een mysterieuze
dichter’ van Rüdiger Safranski.
Verder met
Hoofdstuk 10
‘Alabanda is een etatist, hij streeft de overmeestering van de staat na om van
daaruit de algehele verwezenlijking
van de vrijheid te bewerkstelligen. Hyperion voert tegenargumenten aan. Hij
waarschuwt voor de staat als ‘zeden-
school’ en formuleert dan een zin die op eendere wijze in een brief van
Hölderlin te vinden is: ‘De staat is tot een
hel gemaakt doordat de mens er zijn hemel van wilde maken’ (MA I, 636).
We moeten inzetten, aldus Hyperion, op de innerlijke ontwikkeling en
verandering van de mensen, die hun inner-
lijke vrijheid leren ontdekken en waarderen. Hyperion is ervan overtuigd dat die
elementaire vrijheidsbeweging, die
dieper gaat dan enkel het politieke gebeuren, al in volle gang is. Hij noemt haar
de ‘lente der volken’ (MA I, 637). In
dat verband duikt dan ook de uitdrukking van ‘de nieuwe kerk’ op, herinnerend
aan het strijdbare parool van de vrien-
denclub Hölderlin, Hegel en Schelling: ‘de onzichtbare kerk’.
Het gaat om meer dan enkel politieke vrijheid, zegt Hyperion. De nog in
zichzelf gekeerde geest, het goddelijke in
de mens, wil uitbreken. Nog liggen we gebonden en slapend ‘in onze
ziekenhuizen’, maar het uur van ons ’ontwaken’
is nabij (id.).’
(Bladzijde 145) Morgen verder met dit hoofdstuk 10.