ik toch vermelden dat onlangs verscheen het boek van Marja Pruis over Patricia de Martelaere ‘Als je weg bent’, Prometheus, 192 blz.Verder met ‘De wereld is een woord’. ‘Het concept ‘regel’ (‘het volgen van een regel’) speelt in Wittgensteins taalopvatting van de ‘Philosophische Untersuchungen’ een uitermate belangrijke – maar daarom nog niet eenduidig te bepalen – rol. Soms lijkt het of ’taal’ voor Wittgenstein alleen maar een complexe vorm van hardop lezen is, waarbij het enkel gaat om het correct volgen van vaste, aangeleerde regels en waar het inzicht, het ‘begrijpen’ zelf, van ondergeschikt belang blijft. Wittgenstein benadert de taalgebruiker, met als prototype de lezer, geheel van buitenaf, een beetje zoals men sinds Turing de ‘artificiële intelligentie’ van computers benadert. Wanneer kan men van een computer zeggen dat hij ‘leest’, dat hij ‘rekent’ of dat hij ‘vertaalt’? En in welke omstandigheden zou men eventueel van een computer kunnen zeggen dat hij ‘denkt’ of dat hij ‘begrijpt’? In 1950 reeds, toen er nog niet eens echte computers waren, bedacht de excentrieke Britse wiskundige Alan Turing – overigens een bekende van Wittgenstein – een test die onder zijn naam (de Turing-test) de geschiedenis zou ingaan en die nu, bijna een halve eeuw later, nog steeds de inzet vormt van het hele debat. De test in kwestie is van een provocerende simpelheid en komt ongeveer op het volgende neer: wanneer een deskundige ondervrager, die vanuit een afgezonderde ruimte communiceert met een computer en met een menselijk wezen, uit de antwoorden die hij ontvangt niet meer kan opmaken met welk van beide hij precies te doen heeft, dan mag besloten worden dat de computer wel degelijk ‘denkt’. Elke test die meer vraagt – bijvoorbeeld een soort rechtstreekse toegang tot de denkactiviteit van het bewustzijn – vraagt eigenlijk het onmogelijke, want ook van onze dierbaarste medemensen kunnen we slechts op grond van uiterlijke tekens veronderstellen dat ze denken zoals wij. Maar denken ze wel écht? Zijn ze in werkelijkheid geen perfect nagemaakte androïden, spookachtige omhulsels zonder een echt bewustzijnsleven? Wie zal het zeggen? ‘In plaats van eindeloos hierover te redetwisten,’ merkt Turing op, ‘is het gebruikelijker zich aan de beleefde conventie te houden die iedereen denkt.’ Ook Wittgenstein neemt een vergelijkbare externe positie in ten aanzien van mentale fenomenen. De behavioristische analyse van het fenomeen ‘lezen’, waarin bewust het begrijpen van wat men leest buiten beschouwing werd gelaten, moet bij hem uitgerekend dienst doen om te verduidelijken wat ‘begrijpen’ precies betekent (Philosophische Untersuchungen 156). Wanneer kunnen we van iemand zeggen dat hij iets (bijvoorbeeld een wiskundige formule, een spel, een woord) ‘begrijpt’? (bladzijde 26-27)Wordt vervolgd. Ben ondertussen hard aan het werk voor Klifhanger 2013, een kunstmanifestatie op Texel in mei,juni en juli. Daarnaast gaat het werk aan de hommages ook door. Ik heb de Herbeck af, nu aan het werk met Celan, Faverey.