met Derrida ‘Sjibbolet voor Paul Celan’. ‘In La Contrescarpe staat tussen haakjes:”(Quatorze juillets..)”. Net als de titel van het gedicht is de datum in de oorspronkelijke tekst in het Frans geschreven:dus onvertaalbaar. Onvertaalbaar,allereerst en vooral in het Frans. Het volstaat niet die woorden cursief af te drukken. En verder is de datum,ingelijfd in het gedicht,op meervoudige wijze overgedetermineerd. Enerzijds herdenkt hij uiteraard datgene wat ‘alle 14de juli’s’ ter wereld sinds twee eeuwen memoreren. Soms, op menige plaats in de westerse cultuur,wordt de ’14de juli’ het embleem van een herdenkingsceremonie in het algemeen. Dan vormt hij een politieke en revolutionaire jaardag in het algemeen,in verleden of toekomst:een jaardag – anders gezegd een weerkeer,en wel via een revolutie – van het revolutionaire. Bovendien is(quatorze juillets)hier voorzien van een s. Een dis-orthografie:de markering van het onhoorbare meervoud benadrukt de meervoudigheid der ringen. De jaardagen signaleren niet alleen,of niet per se,de weerkeer van de gewone 14de juli zelf,maar wellicht delen ook andere meer of minder geheime gebeurtenissen,andere ringen,jaardagen en verbonden onderling dezelfde datum. Een parenthese stelt,zoals de naam al aangeeft,terzijde:legt opzij. Dezelfde parenthese legt ook andere ‘veertiende juli’s’ terzijde,houdt ze in reserve:'(Quatorze/juillets.Et plus de neuf autres.).’ We kunnen lezen negen andere 14de juli’s of 14+9=23juli,of 23 julimaanden,23 verjaringen,etc. Wanneer ik zeg dat ik niet weet tot welke andere jaardagen het gedicht zich op deze wendt,komt dat niet,vooral niet,neer op een ‘ik wil het niet weten’, ‘dat interesseert mij niet of ik zie af van elke interpretatie,van het gebruik van hulpbronnen van hermeneutiek,van filosofie,historische kennis,biografische getuigenissen’. ‘Ik weet het niet’ duidt een situatie aan. In datgene wat ik elders zijn eenvoudige restantie heb genoemd,spreekt het gedicht voorbij elk weten. Het schrijft,en wat het schrijft is allereerst dit: dat het zich richt tot,of zijn bestemming zoekt aan gene zijde van,het besef en daarbij data of handtekeningen inschrijft die we kunnen tegenkomen – om ze te zegenen – zonder precies te weten wat zij dag- of ondertekenen.'(bladzijde 61-62 uit Jacques Derrida ‘Sjibbolet voor Paul Celan’) Wordt vervolgd.