met Pieter de Nijs over Vilém Fluer. ‘De mens las al voor hij schreef. De interpretatie van de natuur en van de seizoenen,van de menselijke arbeid en sociale relaties werd uit de ervaringen ervan afgelezen,maar niet neergeschreven. Het vormen van tekst was een volgende stap in het leesbaar maken van onze ervaring en kennis. De werkelijkheid werd pas schrijfbaar toen de mens ging schrijven. Daarmee werd de leesbaarheid een nieuw object geboden;het schrift.Met het schrift ontstond pas de schrijver,terwijl de mens al lang kon lezen. De komst van het schrift vormde een werkelijkheid,waarvan de leesbaarheid in het lezen wordt opgevolgd. Het lezen van een schrijfbare en geschreven werkelijkheid vormt met het schrijven van een leesbare werkelijkheid de unieke tweespaltige geschiedenis van onze moderne kennis,van onze esthetische faculteiten en van onze communicatie.'(Tot zover Pieter de Nijs over Vilem Flusser) Wordt vervolgd.