met ‘De ervaring van intertekstualiteit’ van Frans-Willem Korsten. ‘Maar de oorspronkelijke betekenis van affectio is een actie die een lichaam iets aandoet,als gevolg waarvan er een verandering optreedt. Het is deze verandering die niet zozeer esthetisch is maar politiek. Dat is dan niet in de reguliere zin van ‘de politiek’.Het gaat hier om wat Gilles Deleuze definieerde als macro- en micropolitek. De wereld is politiek opgebouwd door grove segmentaties,ofwel molaire lijnen (van nuttig-onnuttig,ouder-kind,ziek-gezond,rijk-arm,enzovoort),en kleine,beweeglijke moleculaire lijnen,die in hun uiterste consequentie ook bestaande structuren kunnen doorbreken.Kunst kan ons niet alleen zomaar raken,ze kan daardoor ook een grote rol spelen en met name op microniveau een wereld veranderen. Dit kan alleen doordat kunst ons iets aandoet. Mijn casus is Tonnus Oosterhoffs Flash-werk. Dit werk wordt op het internet getoond en maakt gedichten ‘beweeglijk’. Woorden en zinsneden verschijnen en verdwijnen en tekst vertoont zich soms tegelijk met tekeningen,geluid,of muziek. Gedichten worden in brokken opgebouwd en krijgen nooit een definitieve vorm,maar stellen zich steeds weer anders samen. De tekst is steeds ‘aan het gebeuren’,en is derhalve gekwalificeerd als een vorm van ‘gebeurende poezie’ (Groenewegen 2005). De beweging van de gedichten kan zich overigens ook uitstrekken naar de lezer, zoals Maarten De Pourq(2002) suggereerde in een recensie met de veelzeggende titel:’Dansen moet je doen’. De vergelijking met dans suggereert dat het werk van Oosterhoff een vorm van afstandelijk begrijpen ontwijkt en alleen begrepen kan worden door het werk ‘mee te doen’. Zoals zal blijken,wordt de manier waarop het werk ons daartoe uitnodigt en affectief raakt,gerealiseerd op een intertekstuele manier,die politieke implicaties heeft.'(bladzijde 309) Wordt vervolgd. Van J.L.Borges uit de bundel ‘Het geheimschrift’ het gedicht;’Heimwee naar het heden’. ‘Precies op dat moment zei de man tot zich zelf:/ Wat zou ik niet geven voor het geluk/ aan jouw zijde te zijn op IJsland/ onder de grote verstilde dag/ en het heden te delen/ zoals muziek zich laat delen/ of de smaak van een vrucht./ Op hetzelfde moment/ was de man bij haar op IJsland.’ (bladzijde 71) Wordt vervolgd.