met ‘Netwerk in eclips’ van Samuel Vriezen. ‘Sommige vormen gebruiken nadrukkelijk het arbitraire,wanneer ze niet op een organische manier voortkomen uit de dynamiek van de woorden zelf,maar juist als een eten principe of een matrix over de taal heen worden gelegd. Daarbij heeft die matrix een eigen ontwerp,een eigen karakter,die een esthetisch object op zichzelf vormt en niet tot de taal te herleiden is. Zulke vormen zijn aantrekkelijk om twee redenen. Ten eerste kun je op die manier de woorden als het ware kraken. De vorm doortrekt als een arbitrair principe de taal en selecteert woorden op grond van criteria die niet door de taal zelf gegeven worden. Zo verschijnen de woorden in een andere samenhang dan gebruikelijk,en aangezien de betekenissen van woorden altijd afhankelijk zijn van elk gebruik van die woorden,worden zo ook de betekenissen van de woorden uitgebreid. De vorm herlaadt de woorden en ontsteekt een kettingreactie in de taal. Ten tweede kunnen heel nadrukkelijk vormen zelf ook onderwerp van de poëzie worden. De vorm organiseert de context van de woorden en beïnvloedt daarmee hun betekenis,en hoe nadrukkelijker de vorm – hoe explicieter de structuur – hoe meer dat proces zichzelf blootlegt.'(bladzijde 30) Wordt vervolgd. Nu weer verder met het verhaal ‘En deze spiegel’ van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘Alles één paard’. ‘Ik betwijfel ernstig of het mijn ontheemde broer zal lukken in uw midden te worden opgenomen,of dat hij in uw geest zal doordringen,maar ik zal desalniettemin trachten hem zijn kans te geven. Met deze woorden van presentatie. En deze spiegel.'(bladzijde 86-87) Dit was het verhaal. Morgen verder met ‘Jade of albast’. Een bijzonder woord. Van Paul Celan de woorden ‘nimmermensdag’ en ‘vleugelnacht’. Om lang op te zeggen.