Weer verder met ‘Hölderlin, biografie van een mysterieuze
dichter’ van Rüdiger Safranski.
Verder met
Hoofdstuk 3
‘Op 1 oktober 1788 neemt Hölderlin zijn intrek in het Stift in Tübingen. Daar
zal hij vijf jaar doorbrengen. In die
tijd zou hij met het vooruitzicht blijven worstelen dat hij predikant moest
worden, zoals zijn moeder van hem
verlangde. In die tijd ontdekte hij de filosofie en onderzocht en herzag hij van
daaruit zijn religieuze overtuigingen;
en in die tijd hadden ook de ideeën van de Franse Revolutie invloed op hem. De
passie voor filosofie, religie en
politiek werd aangewakkerd door zijn vriendschapsband met Hegel en Schelling,
zijn twee studiegenoten. Er deed
zich ook een nieuwe liefdesaffaire voor, zonder buitengewone gevolgen. Maar de
hoofdzaak voor hem was – de poëzie.
Er ontstonden de grote hymnische gedichten uit zijn studietijd en een eerste
schets voor zijn ‘Hyperion’ – roman.’
(Bladzijde 39) Morgen verder met dit hoofdstuk 3.