met ‘Het volk en zijn eigenheid'(Leibniz,Herder,Walter Scott)van Ger groot uit het boek ‘De geest uit de fles'(Hoe de moderne mens werd wie hij is). ‘Aanvankelijk bevond hij zich in een moeilijk parket tijdens het dispuut van Valladolid,toen hij in 1550 ten overstaan van Karel V verdedigde dat de indianen in menselijk opzicht gelijkwaardig waren aan de ‘conquistadores’ die hen tot slaven hadden gemaakt. Er was moeilijk iets in te brengen tegen het argument van de geleerde theoloog Juan Ginés Sepúlveda,die het door de indianen gepraktiseerde mensenoffer aanvoerde als bewijs van hub barbaarsheid. Tenzij men zich radicaal in hun cultuur en waardensysteem verplaatst,aldus Las Casa,en onder dat licht deze gewoonte van kleur ziet verschieten. Is het niet juist een teken van de grootste vroomheid wanneer men God het meest dierbare schenkt dat men bezit? voerde hij tegen Sepúlveda aan. En is vroomheid niet de hoogste menselijke deugd? Doen de indianen door hun dierbaren te offeren dus niet hetzelfde als wij,misschien wel op nog radicaler wijze? En hebben ze daarom niet minstens evenveel recht op het predicaat ‘mens’ als wij? Ook Las Casas beriep zich,door de vreemdheid van andere gewoonten heen,uiteindelijk op de menselijke constante van de redelijkheid,moraliteit en onwrikbaarheid van fundamentele waarden.'(bladzijde 126-127) Wordt vervolgd. Nu weer verder met het gedicht ‘Camping Maisonneuve’ van Mark van Tongele uit de bundel ‘Gedichten’. ‘de tijd gebaart van niets;/ogenblikken knikkebollen./één en al siësta vanbinnen,/al hou ik met een half oog/kleine Samuel in de gaten,/die,in afwachting van een/aanzwemmend aardig meisje,/ten zwemvliezenvoeten uit/-zwierig zoals ik vroeger-/met een schepnetje in het water'(bladzijde 218)Het gedicht is nog niet af. Wordt vervolgd. Een bijzonder woord. Het overschrijven vervolgd. Leve Echo. Uit de bundel ‘Lucebert verzamelde gedichten’ het gedicht ‘liefde’. ‘ik droom dus ben ik niet///ik droom dat iemand de deur intrapt/niet voor de grap maar voor een politieke moord///ik droom dat ik niet ben///ik droom dat ik dood ga/niet voor de grap maar voor niets///ik droom dat er een ik is///ik droom dat ik eet en drink/voor de grap maar ook voor jou'(bladzijde 369)