met ‘Republicanisme en universalisme'(Rousseau,Kant)van Ger Groot uit het boek ‘De geest uit de fles'(Hoe de moderne mens werd wie hij is). ‘Met de aflossing van de Republiek door het Keizerrijk van Napoleon werd dat er niet minder op. Napoleon werd bijna letterlijk als een heilige vereerd,door sommigen tot op de huidige dag. Na de dood van Napoleon werden voorwerpen uit zijn ballingsoord Sint-Helena verzameld in relikwieënkistjes die voor hun christelijke voorgangers niet onderdeden. Mensenrechten Niet elke transcendentie was daarmee verloren gegaan. De rede bleef immers het hoogste principe en oriëntatiepunt. De burger was niet langer een politiek subject omdat hij onderdaan was van de vorst,maar omdat hij als redelijk wezen deel uitmaakte van een gemeenschap van redelijke wezens die de politieke macht zelf rechtvaardigden. Daarom worden vanaf dat ogenblik ‘mensenrechten’ denkbaar:rechten die een persoon bezit louter omdat hij mens en burger is,en niet langer een afgeleide van de vorst die hem deze rechten verleent. Het zijn zijn legitieme rechten,niet de gunsten die een vorst aan zijn onderdanen schenkt. Maar om dezelfde reden wordt de burger ook een anonieme instantie zonder eigenschappen. Zijn enige eigenschap is dat hij mens en burger is. Hij is een drager van redelijkheid en in die zin ook drager van het machtsbolwerk van de staat,dat tegelijkertijd hem draagt als rechtssubject.'(bladzijde 111) Wordt vervolgd. Nu weer verder met het gedicht ‘De tien geboden van een loopmens’ van Mark van Tongele uit de bundel ‘Gedichten’. ‘voor elke pas die ik zet neem ik de volle/verantwoordelijkheid.ik zoek de innerlijke/vrijheid die het lopen me geeft.ik doorzie/de spiritualiteit van lusten en uiterlijkheden,/ik respecteer het leven en ben dus altijd voor-/bereid op de dood.daardoor kan ik elke pijn,'(bladzijde 225)Het gedicht is nog niet af. Wordt vervolgd. Een bijzonder woord. Het overschrijven vervolgd. Leve Echo. Uit de bundel ‘Lucebert verzamelde gedichten’ het gedicht ‘stadsbeeld’. ‘3///onaangedaan door de gehoorzaamheid der dingen/totdat een ding als wondermiddel werkt/etalages zwijgplaatsen bedevaartsoorden/en je zou bij etalagepoppen te gast/willen zijn als hesychast/en ook zo sacerdotaal zo ongestoord/in grenzeloze adoratie willen staren/naar de afgestofte stilte achter spiegelglas/en je bent nog kleuter;naar het mysterie van de peperbus/heb je tevergeefs gevorst.een omnipotente rus/of smeris,een die zelfs bereid is/te sterven voor de wonderwerken van de city/hij bewaakt de bus met sabel of met knuppel/terwijl je naar de heetste aller pepers popelt'(bladzijde 396-397)
