met ‘Een ingewikkelde machine'(Spinoza,Mozart,Lamettrie,Ryle)van Ger Groot uit het boek ‘De geest uit de fles'(Hoe de moderne mens werd wie hij is). ‘De eeuw van de ontmaskering De achttiende eeuw werd de eeuw van de grote ‘debunking’:de ontmaskering van alle – of in ieder geval zeer veel – waarden en waarheden die tot dan toe als onaantastbaar hadden gegolden. De Verlichting zou een tweetal politieke revoluties voortbrengen,in Amerika en Frankrijk,die het vraagstuk van de legitieme macht blijvend zouden veranderen. Maar vooralsnog werd zij gekenmerkt door een nuchtere en oneerbiedige blik op alles wat tot kort daarvoor nog aanspraak kon maken op ontzag. Een onverschrokken vrijgeest kwam op,die zelfs niet terugschrok voor het ontmaskeren van de moraal als een half-doorzichtige schaamlap die de egoïstische motieven die daarachter schuilgaan moest bedekken. Vrijwel niets ontkwam aan die ontmaskeringswil,die zich geen knollen voor citroenen liet verkopen en liefst de hele wereld en haar waarden op hun kop zou willen zetten. Het nieuwe type denkers dat daarin naar voren kwam,was veelal niet van het academische soort. De ‘schoolfilosofie’ was voor hen niet interessant. Die was uitgeblust,tweederangs,niet vernieuwend,niet opwindend,klerikaal,vroom en in het gunstigste geval scherpzinnig maar saai – wat wij tegenwoordig de universiteit op haar slechts zouden noemen.'(bladzijde 54)Wordt vervolgd. Nu weer verder met de reeks ‘O de aarde’ van H.C. ten Berge uit de bundel ‘Splendor’. ’14///O de aarde///Duizelingwekkend divers/deze aarde -/Vissen op duistere diepten,biddende monsters/in grotten en getijdenholen,/microbe en mammoet,lijsterbes en zilverlinde,/muggen en mezen,schimmels en koralen,/turf en diamant,bieslook en platanen,/ ja ook mensen en garnalen.'(bladzijde 33)Het gedicht is nog niet af. Wordt vervolgd. Nu weer verder met het gedicht ‘de verdediging van de provo’s’ van Lucebert uit de bundel ‘Lucebert verzamelde gedichten’. ‘kerels die alleen de lonen prijzen als ze laag zijn/kerels die dichters honoreren die ze nooit hebben aangehoord of gelezen/kerels die denken dat hun god is de vriend van iedereen/kerels die denken dat zij sterker zijn dan sommige ideeën omdat zij eens/ wat kleurlingen overhoop hebben mogen schieten/kerels die met vork en mes het varken van hun wellevendheid slachten/kerels die allemachtig sterk zijn met een heel sterke slaaf voor hun deur'(bladzijde 480)Het gedicht is nog niet af. Wordt vervolgd.