een paar gedichten van b.zwaal uit de bundel ‘zeesnede’ gedichten 1984-2019. ‘daar vaart de carolien///boven het atlasgebergte/een knoopje los///een gaffeltje van zin///uit het zeedijkse/westkappelse/zeezuiver/zoutsmakende/licht///flitst/roomrood/de sproetkrul/de lokharen mondkam///waaruit stralen///woorden/van schelp///op rede/liggend///op vloed'(bladzijde 396) ‘opspatter///opschitterend/licht van troost///verblind/de ogentroosten///tranenschat'(bladzijde 397) ‘slokjes tintelen de lippen/rood gezogen/bes vat kou///de sneeuwklok dempt/het klokje///meer bevroren strak/spat vrouw'(bladzijde 398) ‘rijden van de schaatsen/zij strompelen ijzergewijs/over zeegoud///rokken uit wind gezaagd/duwen zij open///slaan van marketentsters/de slokken om///onderdompelen/hun dode tenen/bij warme lijfsbenen///herberg het gewin/verheft de volzinnennacht///klokken turen de uren af/luiden de izegrim uit'(bladzijde 399) ‘de stelsels wenen niet///kleine tuin verlaat mij niet/ik verlaat de bloemen niet///de ogen/wijd vol vertrouwen///zink'(bladzijde 400) Dit zijn de gedichten. Wordt vervolgd.