Weer verder met het essay ‘Het zwijgen van de tragedie’ van Stefan Hertmans uit de bundel ‘Het zwijgen van de tragedie’. ‘’In de sardonische lach die Critchley wil provoceren, loopt de toeschouwer zijn kans op confrontatie met zichzelf eigenlijk mis; hij kan zich comfortabel verschuilen achter zijn lach en de zaak relativeren. Maar de ‘zaak’ van Antigone is nu juist dat ze de relativering niet verdraagt, doelbewust weigert, en zo doorschiet naar de tragische dimensie die de zin van elke relativering op het spel zet. De lach kan in het psychoanalytische discours – het gaat hier uiteraard ook over Lacans beroemde ‘tragische’ invulling van het motief – eventueel wel gezien als een cesuur, een kloof waar de betekenis hort en zelfs voor even onhoudbaar wordt, maar het gaat dan juist om een ‘gap’ die mij als subject bij elkaar houdt, aangezien hij me redt van een nog veel diepere kloof. Zoals De Kesel het uitdrukt:’The gap is the subject I am’.’ (Bladzijde 272) Dit is fragment 3. Wordt vervolgd.