Weer verder met ‘Gedichten van Friedrich Hölderlin’ vertaald door Ad den Besten.
Verder met
‘De Archipelagos
Zie! en den werkende dient het woud, hem reikt de Pentele,
vlak voor de hand, met de andere bergen, marmer en erts aan;
zo komt het al uit zijn handen, levend, blij en gelukkig
als hij zelf, en zo licht als de zon valt ook hem nu de arbeid.
Springbronnen schieten omhoog en over de heuvels, in heldre
banen geleid, stort de beek zich uit in het glinsterend bekken;
en als feestlijke helden, tesaam uit ene kelk drinkend,
zo verrijzen aan ’t water alom de woningen, glanzend.
Hoog rijst het Prytaneion, gymnasia wachten de jongling,
godentempels de vrome, – een heiligkoene gedachte,
strekt uit zijn zalige hof ’t Olympion zich in de aether,
bijna onsterflijk, en o, de hemelse hallen zijn vele!
Moeder Athene, ook u, ook u groeid’ uw heerlijke tempel
trotser dan ooit uit de treurnis op en lang bleef zij bloeien,
ja, ook u, god der golven, ook u – uw liev’lingen zongen,
blij verzameld aan Sounions kaap, u nog dikwijls hun danklied.’
(Bladzijde 191) Dit is gedicht 44. Morgen verder met dit gedicht.
Dit citeren van een dichter is nog steeds onderdeel van het project ‘Ondertiteling’
dat hoort bij mijn project ‘HOMMAGES’ . Elke keer als ik met een hommage bezig ben,
schrijf ik de gedichten of teksten van de persoon over in dit weblog. Zie voor andere hommages
mijn website. www.willembroens.nl , overzicht van het werk.