Weer verder met ‘Gedichten van Friedrich Hölderlin’
vertaald door Ad den Besten.
Verder met
‘De herfst
In weinig dagen raakte veel voldragen.
De ploeger die men zag aan d’ arbeid tijgen,
ziet nu het jaar naar een goed einde neigen, –
beeld der voleindiging van ’s mensen dagen.
Het rond der aard, met bergen schoon omgeven,
gelijkt geen wolk, vóór d’ avond weggedreven;
het toont zich met een dag vol gouden klaarte;
alles werd goed – volmaakt en onder zwaarte.’
(Bladzijde 387) Dit is gedicht 83. Morgen verder met ‘De lente’.