met ‘Netwerk in eclips’ van Samuel Vriezen. ‘En meer dan dat. ‘Gebeurt er iets met je lichaam?’ Want het zelf en de geest zijn sociaal geconstrueerd – ‘wijzelf miniatuur verbeeldingsgrammatica’ – niet alleen door een taalsysteem maar door de maatschappij. ‘je bent vastbesloten om/is maar een uitwerking van’. De opbeurende illusies van de wil en van talige opzettelijkheid. In tussen:’Management. Surveillance. Je moet wel/devotie afdwingen. Foutloze uitroeiing van nietige antwoorden. Even stoppen om de gangbaarheid van door de VS ondersteunde tirannieën in de Derde Wereld te overwegen’ (want de politieke wereldeconomie neemt zeker ook de vorm aan van een correctieve inrichting,een disciplinerende maatschappij,een sociale grammatica). ‘Profylaxe. zonder noodzaak/genormeerd naar ik aanneem/poliklinisch spijt/gestoord. maar koppige ritmes van de code blijven (heeft zijn eigen klimaat) en ook slachtoffers van de code,zij die tot op het bot gaan. Moedwillig onomkeerbaar beschadigen van iemands eigen hersens/met als doel het aanpassen van gedrag dat anderen/onwenselijk hebben geacht. bosseleerde hem de grote verweven huid’ – alsof uit ervaringen en betekenden een algemene huid is opgebouwd,’normen redeloos’,conventies als vorm van marteling – ‘schakelsysteem/ben vastgebonden. Valt zelfs je lijf en wat je zegt aan’.'(bladzijde 71) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van Hans Tentije uit de bundel ‘Om en nabij’. Uit de reeks ‘Mettertijd’ het gedicht ‘Op de afgesproken plaats’. ‘Parelend fijn had de mist zich op het vossenbont/afgezet,haar gehandschoende vingers/omklemden de ijzeren brugleuning even,drie uur ’s middags/en het leek al te gaan schemeren///ze verloor de verharde,kaarsrechte weg,die evenwijdig/aan het kanaal het laagland doorsneed,amper/uit het oog,want ze wilde zijn Alfa zien naderen -‘(bladzijde 15) Wordt vervolgd. Het gedicht is nog niet af. Een bijzonder woord. Uit de bundel van Breyten Breytenbach ‘In de loop van de woorden’ het woord ‘meisjegemak’. (bladzijde 7)