alleen Een bijzonder woord. Het overschrijven vervolgd. Uit de bundel ‘Lucebert verzamelde gedichten’ het gedicht ‘Dichters zijn om te dichten’. ”de dichter draagt het mombakkes der poëzie/op vastenavond alleen,breekt/aswoensdag aan,is ook dit feest voorbij’/zeker,zonder een zuiverend stortbad/zweet en zonder OMO van een purgerende honger/geen paleis van paarlen op een grashalm/te betreden///ook blinden kunnen in het licht tasten/was ter haar’s vrede die de kudde voorgraast/onpoëtisch?is dat een meisje alleen/dat voor vrede speelt?/nee,niet elke lam lam gods of van elk ram een gulden vlies/maar zijn prozaïsch schaapjes op het droge hebben/maakt op de duur ook deze dieren zo dorstig/dat zij zowaar blaten naar het nutteloos/moeras der poëzie/eertijds in china tastte vaak een advocaat/in zijn broek revelerend zijn lid inciterend/ bla bla bla bla/een voorzichtig op een oordeel aforerende rechter/struikelt beteuterd over zoveel vooroordeel'(bladzijde 337)