Weer verder met ‘Gedichten van Friedrich Hölderlin’
vertaald door Ad den Besten.
Verder met
‘De trek
Als milder de luchten aad’men
en pijlen der liefde de morgen
ons altegeduldigen zendt,
en lichte wolken bloeien
ons boven de schuchtere ogen,
dan zullen wij zeggen:hoe komt
gij lieflijken tot ons wilden?
De dienaressen des hemels
zijn echter wonderbaar,
als al het godlijkgeboorne
Wil iemand het overmeesteren,
het wordt hem een droom, het straft
wie met geweld ernaar reiken;
maar soms verrast het een mens,
die nauwlijks het nog gedacht heeft.’
(Bladzijde 261-263) Dit is gedicht 59. Morgen verder met ‘Germania’.