Weer verder met ‘Hölderlin, biografie van een mysterieuze
dichter’ van Rüdiger Safranski.
Verder met
Hoofdstuk 6
‘Ook bij Kleist is er, enkele jaren na Hölderlins ‘Hyperion’ – fragment,
sprake van het verlies van het natuurlijke
middelpunt, van excentriciteit dus. Als ‘de ziel zich op enig ander punt dan in
het zwaartepunt van de beweging’
bevindt, zegt Kleist, dan is niet alleen de ‘natuurlijke gratie’ geruïneerd,
dan begint eigenlijk pas het drama van
de zelfvervreemding, en die is ‘onvermijdelijk, sinds we van de boom der kennis
gegeten hebben. Maar het para-
dijs is vergrendeld en de aartsengel is achter ons: we moeten de reis om de
wereld maken en kijken of het mis-
schien aan de achterkant weer ergens open is […] Zo kan de gratie weer
binnenkomen, als de kennis als het ware
door het oneindige is gegaan […]. Derhalve zouden we weer van de boom der
kennis moeten eten om in de toestand
van onschuld terug te vallen? – Stellig’ (Kleist 3, 559,563).’
(Bladzijde 88) Morgen verder met dit hoofdtuk 6.