met het boek van Peter Henk Steenhuis en Rene Gude ‘door het beeld door het woord’. ”Ze moet iets maken dat in haar eigen woorden een zekere noodzaak heeft. Dat is stap 1. Dan moet het met de vaardigheid,het ambacht ook nog eens lukken. Dat is stap 2. En dan nog stap 3:als jij vindt dat het geslaagd is,moet er ook nog iemand zijn die dat bevestigt,die laat merken er weer een impressie aan over te houden. Precair proces,in alle stappen kan alles mislukken. Er is zelfs nog een vierde stap bij Dijkstra:zij wil zichzelf wegcijferen als kunstenaar. dat vind ik schitterend en ambitieus. Het is niet haar bedoeling zelf indruk te maken met virtuositeit. Haar tekening moet indruk maken,niet zij als kunstenaar,zoals ook Derrida meent dat een tekst pas de goede indruk kan maken als de schrijver volkomen afwezig is. Dijkstra werkt alleen met potlood en gum,om te voorkomen dat haar werk een trucje wordt. Ze werkt zichzelf omzichtig weg uit het gezamenlijke,inspirerende ervaringsbestand. Ze hoopt dat iemand indrukken zal opdoen,maar niet omdat de kunstenaar er als makelaar met allerlei courtages en provisies tussendoor fietst. Moet je kijken hoe subtiel zij aanwezig is. Dat vind ik zeer bewonderingswaardig. Maar wat een kansen op verdriet:ik maak geen goede uitsnede uit al die inter-esse,ik beheers mijn materiaal niet goed genoeg,ik maak iets en niemand doet er indruk uit op,of ik maak iets en men bewondert mij in plaats van de tekening. Risico,risico,risico,risico.”(bladzijde 353-354) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘De windvanger’. ‘WEERSPIEGELING/////in een grote kamer achter een muur van glas/die uitziet over water de kleur/van groene vergetelheid/hoe veerboten waggelen van kade/naar nevel-omschreven eilanden in de baai///weerspiegeld in de ruit de vage figuur/van een naakte man die wacht/af en toe trekt de wolksluier op/en een benen stad op de bergoever aan de overkant/flikkert vluchtig op/flakkert en vervlakt weer tot verbeelde herinnering///waar is mijn liefde mijn liefde'(bladzijde 226) Wordt vervolgd. Het gedicht is nog niet af.