met het boek van Peter Henk Steenhuis en Rene Gude ‘door het beeld door het woord’. ‘Waar denk jij aan bij ‘Aandacht’? ‘Aandacht vergt inspanning,kost veel energie en is dus een schaars goedje. Ik ben heel snel bekaf en laat me dan terugzakken in een meer “ambient awareness”,een passievere openstelling voor mijn omgeving. Panters kunnen die overgang heel goed maken. Ze liggen te slapen met voldoende bewustzijn van hun hele omgeving om bij onraad wakker te worden. Als ze honger krijgen gaan de ogen open,ze vouwen hun poten onder hun katachtige lijven,ze besteden veel tijd aan het zwaaiend draperen van hun staart,het stuursysteem bij een eventuele sprong,en liggen vervolgens een tijdlang in totale Aandacht voor een prooi die zich nog helemaal niet heeft aangediend. Als de prooi niet komt,geven ze die ingespannen Aandacht weer op. Zij houden het ook niet eindeloos vol. Schopenhauer was jaloers op de spaarzaamheid en efficiency waarmee roofdieren met hun Aandacht omspringen. Wij zijn er veel te ongeduldig voor geworden. Een treurig ras dat nauwelijks kijkt,snel een hersenschim produceert en daarmee zwierig de “horror vacui” inspringt. Je raakt in een depressie als je de verschrikkelijke leegte jouw werkelijkheid laat worden omdat je verleerd hebt plezier te hebben in de aandachtige waarneming.”Hetzelfde ongeduld dat ons uit het paradijs verdreven heeft,maakt dat wij er nooit meer in terug zullen keren,” mijmerde Kafka achter Schopi aan.”(bladzijde 356) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘De windvanger’. Verder met het gedicht ‘WEERSPIEGELING’. ‘aan de zoom van een donkere oceaan/waar walvissen ronddolen/en hun wanhoop hol uitloeien in waterzware wachtkamers///als een mens in deze duisternis aan zou spoelen/wie zou het lijk identificeren/wie zou de lijkwade als een vleugel om hem heen vouwen/welke naam zou als een enkel dood wachtwoord/over de holte van het waterzwarte hart worden gespeld/een kraai vliegt voorbij en later een meeuw///waar is mijn liefde o waar is ze nu///Vancouver,17 oktober'(bladzijde 228) Wordt vervolgd.