met ‘Megalomanie voor beginners,protocollen’. Uit ‘Nergensman’ van P.F. Thomése. ‘Hij laat de zinnen voortaan met ‘ik’ beginnen en zegt:dit vormt een samenhangend geheel. Als ik deze vorm gebruik,heeft het niet noodzakelijk met mij of mijzelf te maken. Het individuele als ordenend principe. Afgeleid van het Latijnse ‘individuum’,dat wat ondeelbaar is (en dus één geheel vormt). Het verlangen naar ordening,naar vorm,wordt daarmee een verlangen naar het persoonlijke,naar iemand. Iemand om in te kunnen geloven. Iemand die net als jij ik zegt. Het verlangen naar echtheid. Dat is:het verlangen samen te vallen met het object – met de ander,de lezer,de kijker,het meisje van je dromen,je zelf. Maar ook met het papier waarop je schrijft,de woorden die zich daar vormen,de werelden die zich daar openen. De wereld die zich overal opent waar jij niet bent. De gewaarwording te leven in een onechte wereld komt voort uit het gevoel er niet bij te horen,geen deel uit te maken van een geheel. Vandaar misschien al die tautologieën in de moderne massacommunicatie:die realitysoaps,die talkshows met al die buitengewoon gewone mensen. Door deze verdubbeling van het gewone ontstaat een ervaring van echtheid:men valt samen met de wereld waarnaar men verlangt. Men reist voortdurend naar het station waar men al aangekomen is.'(bladzijde 38) Wordt vervolgd. Nu weer een verhaal van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘Alles één paard. Titel van het verhaal ‘De dansende lichten van de haven’. ‘Ik was een hele tijd verdwenen. Vrienden vonden me in deze regenachtige stad. Ondertussen had ik de koning en de prinses van het land leren kennen,of degenen aan wie die rol was toegekend,soms,de hovelingen en de courtisanes en de acteurs en de spionnen,de hofnarren. Ik loop met mijn vrienden een zachtglooiende groene heuvel af naar een punt dat een goed uitzicht biedt op de smalle,door aarden wallen omgeven straatweg die doorloopt tot in de stad. De schemer viel,een voortdurende grijze lap van regen.'(bladzijde 17) Wordt vervolgd. Het verhaal is nog niet af.
