met ‘Netwerk in eclips’ van Samuel Vriezen. ‘Ongeveer de helft van ‘Poetry and Grammar’ gaat over het raderwerk van de taal. Stein evalueert woordsoorten,door te luisteren naar wat ze doen,dan evalueert ze verschillende soorten interpunctie,ze evalueert het emotionele verschil tussen een alinea en een zin. Dat zijn allemaal vormen van luisteren naar de taal,en daarmee vormt haar eigenaardige omgang met taal een affirmatie ervan:’Of course you might say why not invent new names new languages but that cannot be done.[…] So every one must stay with the language their language that has come to be spoken and written and which has in it all the history of its intellectual recreation.’ Zij legt het accent anders dan Van Bastelaere,die ‘Tender Buttons’ als een ’texte de jouissance’ ziet,die ‘zelfs de meest gehaaide lezer destabiliseert:de meest diverse waarden worden door deze vreemde prozagedichten (nou ja) aan het wankelen gebracht.’ Tussen deze twee citaten zit geen regelrechte tegenspraak,en zeker,heel wat lezers van ‘Tender Buttons’ voelen zich gedestabiliseerd. Maar het is de vraag in hoeverre ‘Tender Buttons’ en ‘An Acquaintance with Description’ over die destabilisering gaan,en wat je mist als je er vooral destabilisering in leest,terwijl het ook mogelijk is ze te lezen als studies naar het gedrag van het Engels,op het gedetailleerde syntactische niveau waar grammatica overgaat in ritme.'(bladzijde 35) Wordt vervolgd. Nu weer verder met het verhaal ‘Jade of albast’ van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘Alles één paard’. ‘Je hoorde ook vogels vlakbij voorbijvliegen hoewel je ze nooit te zien kreeg. Het huis stond vol antiek waar de bewoner zelf toelichting bij gaf,en het zou kunnen dat bezoekers discreet een toegangsprijs betaalden om zich te komen vergapen aan alle rijkdommen om zodoende wellicht bij te dragen in de kosten van onderhoud van de doolhof.'(bladzijde 90) Wordt vervolgd. Het verhaal is nog niet af. Een bijzonder woord. Van Paul Celan het woord ‘niemandsroos’.