met ‘Netwerk in eclips’ van Samuel Vriezen. ‘Dit gaat over de verhouding tussen schrijfhandeling en realiteit. Als de blik van het papier wegglijdt gaat hij naar de buitenwereld toe – die de gedaante blijkt te hebben van een scherm van mogelijkheden waarop nooit iets te lezen valt. Dat is opmerkelijk. Het contrasteert bijvoorbeeld met de manier waarop in Nederlandse engagementsdiscussies de Wereld(straatrumoer,enzovoort)altijd wordt opgevoerd als datgene waar alles écht gebeurt en waar de literatuur zich naar moet voegen wil ze meetellen. Dat soort werkelijkheid is voor de journalistiek dan ook een vooraf gegeven ding,dat de journalist (of de ‘geëngageerde’ dichter)alleen maar op kundige wijze hoeft ‘over te schrijven’. Maar Roggeman zegt dat buiten het schrijven nou juist niks leesbaar is,en zijn buitenwereld is een statische onderbreking van de dynamische schrijfhandeling,die evenwel de suspense van het schrijven opvoert. Het scherm van de mogelijkheden heeft geen vorm die kan worden overgeschreven. Omdat het vormloos is kan het ook geen dynamiek worden toegeschreven. Wat buiten het papier is,is alleen de ontkenning van elke vorm,en is tegelijkertijd de onruststoker,de spelbreker,die steeds blijft uitdagen om vorm te vinden. Een weerstand waar,hortend,een teken doorheen kan breken.'(bladzijde 37-38) Wordt vervolgd. Nu weer verder met het verhaal ‘Jade of albast’ van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘Alles één paard’. ‘Niet zo ver van het landgoed kon men omlaagkijkend een ommuurd plein zien waar alleen Afrikanen kwamen,en dat alleen in de weekends. Een ondernemende geldwolf liet er dan paarden en kamelen neerzetten.'(bladzijde 90-91) Wordt vervolgd. Het verhaal is nog niet af. Een bijzonder woord. Weer van Paul Celan. Nu het woord ‘ademkristal’.