met ‘Netwerk in eclips’ van Samuel Vriezen. ‘Stein stelt dit nergens zo expliciet,maar ik denk dat dit vergissen en het voortzetten van het continue heden samenhangen. Neem de tweede alinea van ‘Patriarchal Poetry’,een stormende tekst die in zijn textuur zelf alle vaste categorieën (alle patriarchale poëzie) omverblaast: ‘For before let ik before to be before spell to be before to be before to have to be to be for before to be tell to be to having held to be to be for before to call to be for to be before to till untill to be till before to be for before to be until to be for before to for to be for before will for before to be shall to be to be for to be for to be before still to be will before to be before for to be to be for before to be before such to be to be much before to be for before will be for to be for before to be well to be well before to be before for before might while to be might before to be might while to be might before while to be might to be while before for might to be for before to for while to be while for before while before to for which as for before had for before had for before to for to before’ Dit is literatuur van topniveau:het gaat maar door en door,vestigt sterk de aandacht op het moment van het lezen zelf,en bestaat uit zo ongeveer niets anders dan voorzetseld,bijwoorden en werkwoorden die zich blijven vergissen.'(bladzijde 38-39) Wordt vervolgd. Nu weer het verhaal ‘Jade of albast’ van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘Alles één paard’. ‘Er waren ook zwaarden die je kon aangorden voor een tijdje,en wie te arm was om een rijdier te betalen kon altijd nog een wapen huren om vast te houden,het gevest te strelen en de rode kling uit de schede te laten glijden. Is er leven vóór de dood?'(bladzijde 91) Wordt vervolgd. Het verhaal is nog niet af. Een bijzonder woord. Van Paul Celan het woord ’tijdrood’.