met ‘Netwerk in eclips’ van Samuel Vriezen. ‘Al deze delen hebben een eigen structuur,een indeling in subteksten. ‘The Age of Huts’ bestaat uit vier lange teksten,’Tjanting’ is één lap tekst van tweehonderd pagina’s en ‘The Universe’ moet uit niet minder dan driehonderdzestig boeken gaan bestaan (Silliman schat,als een echte Amerikaanse optimist,dat hij er nog drie eeuwen werk aan zal hebben). ’the Alphabet’ bestaat dus uit zesentwintig teksten,voor elke letter één,variërend van twee tot ruim honderd pagina’s. Sommige van deze teksten zijn zelf weer verdeeld in andere teksten. Zo heeft het deel ‘VOG’ de vorm van een ‘conventionele’ dichtbundel. Sillimans belangstelling voor ingenieuze vormschema’s blijkt evenzeer uit de teksten waaruit de boeken zijn opgebouwd. Elke tekst binnen zijn project is een nieuwe uitwerking van het idee van ‘The New Sentence’,met steeds andere vormprocedés. Er zijn teksten waarin opeenvolgende zinnen of alinea’s exponentieel toenemen in lengte,zoals in alinea’s uit ‘Lit XII’waarin het aantal lettergrepen van de opeenvolgende zinnen min of meer de Fibonacci-reeks volgt:'(bladzijde 56-57) Wordt vervolgd. Nu weer verder met het verhaal ‘Het wezen van zijn leer’ van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘Alles één paard’. ‘Een man kan niet glimlachen zonder lachen in reserve te hebben. Het een is de afkorting van het ander. Het een is de vlag op de manoeuvres en overgaves van het ander. Alleen politici kunnen een glimlach om hun lippen leggen zonder iets achter de hand ter ondersteuning. Als een man niet meer glimlachen kan,vanwege het tekort en het verval,dan hoopt de gal zich op in lagere holten,zuigt hem naar bittere zwaarmoedigheid en verslapt elk zelfrespect.'(bladzijde 98) Wordt vervolgd. Het verhaal is nog niet af. Een bijzonder woord. Uit ‘Lichtspraak’ van Mark van Tongele het woord ‘sterrenwind’. (bladzijde 37)