met ‘Netwerk in eclips’ van Samuel Vriezen. ”Het schrijven hoeft zich niet tevreden te stellen met het verpulveren van betrekkingen & het opladen van exces. Het kan materiaal opladen met betekenismogelijkheden – niet door betrekkingen te slopen maar door ze te scheppen,alle middelen toegestaan,tussen taaleenheden…waarbij betekenis zal volharden in het uit de bocht vliegen van het gesloten tekencircuit,om te reiken naar en in te werken op de wereld (niet alleen zoals die is,zoals die zou kunnen zijn). Geheugenverlies of blindheid voor deze productiviteit van het schrijven staat aan de zijde van de overmacht van de geïndividualiseerde zichzelf opdirkende consumptie’. Dit is geen oproep zich te verschansen in een naturalisme of sociaal-realisme,die de ene representatie voor de andere zou vervangen (en die het taalsysteem zou negeren en vertrouwen zou hebben in reductionisme). Maar ook geeft het geen aanleiding voor een avant-gardisme van het aanvallen van de staat of het bestormen van het tekensysteem. De delen van het teken zijn verweven;evenals de domeinen van ervaring en activiteit die de onhandige terminologie van het teken geacht wordt te openbaren.’zweer geprivilegieerde signalen af’. Er zijn geen geprivilegieerde plaatsen. ‘de verloving van delen mens. Waarschijnlijkheid? De toga doorsteken. Dan ween ik om feiten en sta versteld’.'(bladzijde 76-77) Tot zover Bruce Andrews overgenomen door Samuel Vriezen. Er staan meer interessante essays en primaire teksten in het boek ,maar ik wil een tijdje zijn grote internetvriend Jeroen Mettes aan het woord laten in mijn project ‘Ondertiteling’. Mijn citaterij blijft maar doorgaan. Morgen begin ik dus met essays te citeren uit ‘Weerstandsbeleid’ van Jeroen Mettes. Nu weer verder met het gedicht ‘Ogenblikken,later’ van Hans Tentije uit de bundel ‘Om en nabij’. ‘maar aan het nachtelijk celluloid,spoelen vol/naderend onheil en tersluikse/verrukkelijkheden,het scherm dat zowel nietsontziende/zwartwitten als onbezonnen/kleuren duldt,korrelige overvloeiers/en door zelfcensuur/ongemoeid gelaten rushes-///dat,en wat van meet af aan in de bloedbaan/terechtkwam,gaat geleidelijk/in latere ogenblikken op,langs wegen die elkaar kruisen/of ontlopen,is drijfveer/en doodsdrift,verademing///strook na strook'(bladzijde 19) Dit was het gedicht. Een bijzonder woord. Uit de bundel ‘In de loop van de woorden’ van Breyten Breytenbach het woord ‘maantranen’. (bladzijde 33)