met ‘Walter Benjamin – Reddend nihilisme’ van Frank vande Veire uit het boek ‘Als in een donkere spiegel;De kunst in de moderne filosofie’. ‘Maar de montage is ook te begrijpen als een ‘nuchter’ procédé dat het dialectische beeld zodanig versplintert en uitzaait dat het zijn fantasmagorisch karakter verliest. De montage is geïnspireerd door de belofte van een totaliteit die niet gewelddadig en van buitenaf aan de rijkdom van het materiaal zou worden opgelegd,maar als vanzelf vanuit het materiaal in zijn meest onaanzienlijke particulariteit zou verschijnen. Zo anticipeert de montage,die de dingen uiteenhoudt in hun verzameling,op het Laatste Oordeel waarin aan alles wat ooit door de Geschiedenis werd weggeworpen of verraden,zal worden rechtgedaan. Ondanks haar nihilistische voorkomen is de montage heimelijk ‘messiaans’. Besluit:montage en messianisme Elk kunstwerk bevat volgens Benjamin een waarheid die door zijn verleidelijke ‘schijnkarakter’ heen breekt. De kunst wordt pas modern wanneer ze dit schijnkarakter,haar ‘aura’,expliciet aflegt. Dat wil zeggen dat ze afstand neemt van alles wat haar nog aan mythe,magie en cultus bindt. De kunst die in de moderne tijd de aura nog cultiveert verloochent de moderne crisis van de kunst,die trouwens teruggaat op een crisis van de ervaring zelf.'(bladzijde 189-190) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van Mark van Tongele uit de bundel ‘Lichtspraak’. ‘SPACEHUTTLE////Willen we de rompslomp langzaam kwijtraken,dan/moeten we ons zijn in glijvlucht brengen op een hoogte/waar de luchtledigheid en de weerstand gering zijn.///Het lichaam moet een zeer lang traject door de rampkring/afleggen alvorens de verrukkingsvaart te kunnen minderen,/ter vermijding dat de ijle lucht de huid overmatig zou verhitten.///Om echter op grotere hoogten te zinderen moeten onze gedachten/en gedragingen met machtiger vleugels opveren,en dit werpt/natuurlijk weer verscheidene moeilijkheden op. Met weidse///vleugels op de hoogste trap,zouden de stabilisatievinnen/op de laagste trap eveneens aanzienlijker moeten zijn,/maar dat vraagt meer brandstof,oorlof voor de lusthof.///Kwestie is te kiezen tussen vreugdsels met een lagere huid-/temperatuur en meer sobere met een opgewekter temperament./Als men de daad heeft,zal men het kluwen wel vinden.///Ter geruststelling:eens blijven we daar.'(bladzijde 45) Wordt vervolgd. Een bijzonder woord. Uit de bundel ‘Lucebert verzamelde gedichten’ het woord ‘koopdeerne’. (bladzijde 154)