met ‘Humanisme in debat'(Heidegger,Sartre,Gadamer) van Ger Groot uit het boek ‘De geest uit de fles'(Hoe de moderne mens werd wie hij is). ‘Daarmee maakt het ‘zien’ het andere en de ander tot ‘dingen’ die ‘voorhanden” zijn. Ze worden niet meer gerespecteerd in hun eigen bestaanswijze,maar gedwongen zich hier en nu uit te leveren in totale beschikbaarheid. In zijn ‘Brief over het humanisme’ moet Heidegger dan ook tot de conclusie komen dat Sartre nog steeds verkeert in de sfeer van een filosofie waartegen hij zich zelf nu juist verzet. ‘Nous sommes sur un plan où il y a seulement des hommes’, zo citeert hij Sartre:’We bevinden ons op een vlak waarop alleen maar mensen zijn.’ Dat wil zeggen: waarop de mens een absolutum is,zoals Sartre in ‘Les Temps Modernes’ heeft geschreven. Heidegger corrigeert hem;’Nous sommes sur un plan où il y a principalement l’être’,schrijft hij:’We bevinden ons op een vlak waarop alleen het Zijn is.’ Waarom is dat nu zo belangrijk,en vooral:waarom is het zo belangrijk voor ons mensbeeld dat met Sartre in de moderniteit is vastgelopen? Heidegger roept de emancipatie van het subject een halt toe en wil dat het zich bezint op de autarkie die het zich vanuit de Verlichting heeft aangemeten. De mens is niet de basis van alles,brengt niet als een God alles uit zichzelf voort en schept niet de zin van zijn eigen leven. Die zin valt hem toe,als een geschenk – waarin we gerust de oude religieuze notie notie ‘genade’ mogen horen doorklinken. Niet dat Heidegger teruggrijpt op de godsdienst.'(bladzijde 273-274) Wordt vervolgd. Nu weer verder met een gedicht van Mark van Tongele uit de bundel ‘Gedichten’. Uit de reeks de ‘zonnesynaps’. ‘De zon ver-/schiet. Kleur en/licht flirten,/flarden leeg/het hart. Ik/moederver-/breed,taalzoom/de membraan/van de dood./Haar huid lang.'(bladzijde 32) Dit is het gedicht. Wordt vervolgd. Een bijzonder woord. Uit de bundel ‘Lucebert verzamelde gedichten’ de woordgroep ‘wan het wanbeheer in het welbehagen der dames’.(bladzijde 224)