met het essay van Thijs Lijster ‘Het einde van de kunst,het begin van de kritiek’ uit de bundel ‘Hoe kunst en filosofie werken’. ‘Hoewel Hegel herhaaldelijk de ‘profeet’ van het einde van de kunst is genoemd,is zijn filosofie dus eerder een grafschrift van de kunst dan een voorspelling van haar naderende einde. Op het moment dat de kunst,in de lyrische poëzie,zich van begrippen gaat bedienen,is zij in strikte zin al geen kunst meer en gaat ze over in filosofie. Dat is niet erg,want de filosofie staat, volgens Hegel,in de ontwikkeling van de geest een trapje hoger dan de kunst,omdat zij niet van de zintuigen afhankelijk is. Pas hier leert de geest zichzelf daadwerkelijk kennen. Posthistorisch pluralisme: Arhur C. Danto De ontwikkelingen van de moderne kunst vanaf de tweede helft van de negentiende eeuw zijn vaak als argument aangedragen voor de onjuistheid van Hegels ‘voorspelling’. De kunst leek allerminst ten einde,maar was juist vitaler en dynamischer dan ooit. Met name in de beeldende kunst schoten kunststijlen en -scholen als paddenstoelen uit de grond,en wisselden elkaar in hoog tempo af:impressionisme,fauvisme,kubisme,futurisme,vorticisme,synchronisme,abstractionisme,dadaïsme,surrealisme,expressionisme,abstract expressionisme,popart,minimalisme,postminimalisme,conceptualisme,fotorealisme,neo-expressionisme et cetera. Volgens de Amerikaanse filosoof en kunstcriticus Arthur C. Danto is deze verscheidenheid echter helemaal geen argument tegen Hegel,maar belichaamt zij juist een richtingloosheid die diens stelling bevestigt. Danto is eerst en vooral geïnteresseerd in de definitie van kunst:wat is een kunstwerk en waarin verschilt het van een ‘gewoon’ object?'(bladzijde 198-199) Wordt vervolgd. Nu weer een paar aantekeningen van Elias Canetti uit ‘Het geheime hart van het uurwerk’. ‘Daar sluit een zin aan op de andere. Daartussen liggen honderd jaar.'(blz. 139) ‘De aan stukken gesneden godsdiensten,tot vruchten van lectuur aaneengeregen,van hun adem beroofd en daardoor verminkt.'(blz. 139) ‘Een leer kan zo waar zijn dat men haar daarom wegwerpt.'(blz. 139) ‘Wat prachtig ziet het boeddhisme eruit naast onze levenspessimisten! Walging van het leven,maar duizend reïncarnatieverhalen.'(blz. 139) ‘Hij nam zich de samenhangen kwalijk.'(blz. 139) ‘Iemand die zich op iedere hoek zelf arresteert.'(blz. 139) ‘Je vurigste wens is – hoe bescheiden!- een onsterfelijkheid van het lezen.'(blz. 139) Wordt vervolgd.