een paar gedichten van b.zwaal uit de bundel ‘zeesnede’ gedichten 1984-2019. ‘een gewrichtenwijzer stuntelt bij viersprong en schipluiden./het bolt daar op en het bewegingsapparaat is sloerie en van slag./daar komt een hozig weer de artitraten en reumaten topsnel verfijnen/zodat zij onbezorgd vocht van de citroenen genieten./de klap van pijn is knol en het beeft daar zonder stag van/sokophoudersdestillaat dat neerslaat sans souci de geur./gaan mij te ver de richtingen de dolle velden in/dan smijt ik vaarwegen en zandbruggen en smoorspoelen ineen te niet/en luidt geen bel uit mijn gewricht schiplui de vierschaar in/als zou een oordeel raken aan mijn krakkemikkig rompgeraamte waar/schudden bot en knook op assen lagert.'(bladzijde 417) ‘het bemerken van de borsten bevordert/hun lancering in het spektakel///zij staan geregistreerd in aanzienlijkheid/deuk annex strek///zij ontberen hun barmhartigheid en/leven op///strekken hun wendbaarheid en/vertolken stellingname///wat mij aan haar lief mat/is doende///vaas gericht'(bladzijde 418) ‘er blinkt een sage van zee/aan de kust is de vrijheid geland/zij dook op uit de mist/op een golf'(bladzijde 419) ‘zag velden van haver/rogge te paard///teleblommen/wuivend/op akkers/bestoven///hart in/de mijmermemorie///afgelegen het sterven'(bladzijde 420) Dit zijn de gedichten. Wordt vervolgd.