Weer verder met ‘Hölderlin, biografie van een mysterieuze
dichter’ van Rüdiger Safranski.
Verder met
Hoofdstuk 9
‘Gontard stuurde zijn gezin namelijk naar familie in Hamburg om het in
veiligheid te brengen. De gezelschapsdame
Marie Rätsel en huisleraar Hölderlin waren de begeleiders. Gontard zelf bleef
in de stad, die na een heftig bombar-
dement op 14 juli 1796 capituleerde en haar poorten voor de Fransen opende. Op
dat tijdstip bevond de familiecolon-
ne zich juist in Kassel, waar de beroemde schilderijencollecties op de
Wilhelmshöhe werden bezocht. ‘De schilderijen-
galerij en enkele standbeelden in het museum hebben me waarlijk gelukkige dagen
bezorgd’, schreef Hölderlin aan
zijn broer (MA II, 627).
Ze genoten van de vlucht, die eigenlijk een gewone reis was. In Kassel had een
vriend van de familie zich bij de groep
aangesloten, Wilhelm Heinse, die door zijn roman ‘Ardinghello beroemd geworden
was. Heinse vervulde als kenner van
de schilderkunst van de renaissance en van de klassieke Grieks-Romeinse
beeldhouwkunst een gidsfunctie. Hij was ge-
boren in 1746 en was dus een wat oudere heer, die niettemin nog altijd met zijn
erotische bedrevenheid koketteerde.’
(Bladzijde 130-131) Morgen verder met dit hoofdstuk 9.