Stefan Hertmans over Ernst Herbeck. Vervolg. ‘Tekstjes die terugkeren naar de natuur, naar de wandeling en het zwijgen, naar de rookpauze en de altijd eendere stapjes op de gang. Misschien is het goed om geregeld naar de heldere gekte van zo’n dichter te luisteren. Ik denk zelfs dat het een kuur tegen elke vorm van protserig en moralistisch denken kan zijn, zoals dat nu overal de kop opsteekt. in die zin is de kwetsbare, melancholische mens misschien wel de enige echte democraat – omdat hij geen plaats opeist, omdat hij nergens voor staat, en dat nergens zijn zo helemaal met zijn eigen kleine lijf belichaamt. Hij meet zich nooit aan in de plaats van andere mensen te kunnen denken. Hij is er op een rare manier mee verzoend dat hij de andere, de buitenstaander, de vreemdeling is. Anderzijds heeft ‘onbegrepen zijn’ voor hem niets te maken met dat precieuze gevoel van ‘culturo’. Leven van een vette kluif is al meer dan genoeg. Geen pamflet, geen poëtica. Sprakeloosheid komt door te veel studeren op school. Schrijven en zwijgen maar. Navratil:’En wat zou je thuis wel doen?’ Herbeck:’Werken natuurlijk.’ Navratil:’Bij wie zou je dan wel gaan wonen?’ Herbeck:’Dat weet ik niet. Dat is zo jammer!’ Navratil:’Welke zin heeft het leven dan?’ Herbeck:’Dat men plicht en zin voor orde heeft.’ Navratil:’En is dat alles? Heeft men dan genot van het leven?’ Herbeck:’Genot bestaat niet. Er zijn alleen genotsmiddelen.’ HEIMWEE Ik heb niet alleen heimwee, maar nog meer. Het heimwee is een ondraaglijke ziekte. Je kunt dat buiten zijn niet uithouden. Ik wil graag naar huis.’ (bladzijde 272-273)Wordt vervolgd.