met Derrida ‘Sjibbolet voor Paul Celan’. ‘Wat vindt er plaats in die ervaring van de datum? In de ervaring zelf? In de ervaring van een datum die moet worden uitgewist om behouden te blijven,om de gedachtenis te bewaren aan het gebeuren zelf:het unieke voorval,ten prooi aan het gedicht dat het voorval wel te buiten moet gaan, maar dit juist daardoor als enige weet over te dragen en aan gene zijde van zijn onleesbare chiffre te kennen kan geven? Wat er plaats vindt is wellicht datgene wat Celan even verderop het ‘Geheimnis der Begegnung’, het geheim van de ontmoeting noemt. Ontmoeting – in dat woord komen twee waarden samen zonder welke geen enkele datum ooit plaats zou hebben:de ontmoeting als toeval,als terloopse kans, wisselvalligheid, verkeren, samenloop van omstandigheden waarin een of meerdere gebeurtenissen één maal hun bezegeling vinden:op dat uur,die dag,in die maand,dat jaar,de onontkoombare singulariteit van waaruit en waartoe een gedicht spreekt. Met haar andersheid en met haar eenzaamheid (die ook de eenzaamheid van het ‘enige’, ‘enkele’ gedicht is),kan de ontmoeting huizen in de samenloop van eenzelfde datum. Dat is wat voorvalt. Wat voorvalt,zo er iets voorvalt, is dit; en het is déze ontmoeting,dit samenvallen binnen één uitdrukking, van alle betekenissen van ontmoeting. Maar – ten derde male wordt een nieuwe alinea geopend door een derde ‘maar’. Deze alinea begint met ‘Maar ik denk…’ en sluit af met ‘hier en nu’; het is de signatuur van een ‘Aber ich denke’..’heute und hier’:’Maar ik denk – en deze gedachte kan u nu nauwelijks meer verrassen – ,ik denk dat het van oudsher tot de hoop van het gedicht behoort juist op deze wijze ook voor een vreemde – nee, dat woord kan ik nu niet meer gebruiken – ,juist op deze wijze voor de zaak van een ander te spreken – wie weet, misschien wel voor de zaak van een volstrekt ander./Dit “wie weet” waarbij ik mij nu zie aangeland, is het enige dat ik van mijn kant hier en nu aan die oude hoop kan toevoegen.'(17)'(bladzijde 19-20 uit Jacques Derrida ‘Sjibbolet voor Paul Celan’) Wordt vervolgd.