met het boek van Peter Henk Steenhuis en René Gude ‘door het beeld door het woord’. ‘Wie zijn ogen sluit,maakt zijn eigen reis,nogal solipsistisch en tamelijk gevaarloos. Wie hier zijn ogen opendoet,belandt in een andere wereld. in een kunstzinnig gevormde,samengebalde versie van onze wereld,die zicht geeft op het leven van de kunstenaar,maar ook allerlei associaties oproept bij de kijker,herinneringen uit zijn eigen leven,gevoelens,verlangens,angsten. Het is een labyrintische reis naar binnen en naar buiten,waarbij je als kijker onverbiddelijk uit je ‘comfort zone’ getrokken wordt.’ Nu ‘gesprek met Ton van der Laaken. Titel;een schitterende spirituele snelkookpan.’ Kleine tekst vooraf; ‘De viltcocon van Ton van der Laaken levert je over aan ervaring. Waarom vilt? Dat is de wil of het geheim van het materiaal waar Van der Laaken pas na geruime tijd achter kwam.’ ‘Of ik mijn schoenen uit wil doen,vraagt de conservator van de tentoonstelling. Mijn mobieltje wil afgeven. En tien minuten in de viltcocon wil blijven zitten. ‘Langer mag,korter liever niet.’ Tegenover me hangt de viltcocon van beeldend kunstenaar Ton van der Laaken. Die is crèmewit en oogt inderdaad als een omhulsel,een weefsel. En net als een een cocon van vlinders lijkt ook deze nauwelijks iets te wegen. Hij hangt aan een touw,met een paar meter verderop een kleine zwarte puntvorm als contragewicht. Als ik de viltcocon kom bekijken,kom ervaren,is de tentoonstelling nog niet geopend. Er zijn geen andere bezoekers. Ik zet mijn schoenen onder een stoel aan de rand van de zaal. Mobieltje leg ik erop. Ik leg mijn horloge bij de telefoon,heb geen zin te worden afgeleid door de voorttikkende tijd. Het is iets over half twaalf. De conservator vertrekt,zij zal me na een klein kwartier weer komen halen.'(bladzijde 67-69) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘In de loop van de woorden’. ‘(het gemiste telefoongesprek)///Geen probleem,oude makker,/en excuses zijn/niet nodig.///Had ik geweten/dat het wel eens/het laatste belletje met je zou zijn/dan zou ik niet/blindelings gebeld hebben/om het elastiekje/niet te veel te spannen.///Gemiste telefoongesprekken,/daar zijn vrienden/tenslotte voor,/speciaal/als buurman Dood/door het venster gluurt:///Was het een goed/tv-programma>/Doodgaan/na het donker./Ook ik ging naar bed/en keek een /late-avondquiz/over wezenlijke dingen///met een baardman/(die misschien dacht/dat hij god was)/die in alle ernst vroeg:/’zeg eens,/leef ik nog?’///Ik viel in slaap en toen/ik wakker werd wist ik/het antwoord niet meer/(als er al een antwoord was)/en dacht dat ik jou misschien/gezien had/of mijn spiegelbeeld/op het tv-scherm.///Vandaag en morgen/is uitstekend.///26 september 2013′(bladzijde 18-19) Wordt vervolgd.