met het boek van Peter Henk Steenhuis en Rene Gude ‘door het beeld door het woord’. ‘Jij wilt gewoon zelf een artefact zijn. ‘Ja,dat is geestig Henk,inderdaad. Mijn heimwee naar de natuur is minimaal en de nostalgie naar eenvoud ook. Goddank is het onmogelijk terug te keren naar vroeger. Ik wil mijn eigen vormgeving wel verbeteren,door overleg met de kunst bijvoorbeeld,en ik beleef lust aan de ontwikkeling van mijn persona,het masker waarmee ik anderen tegenmoet treed. Ik ben ook altijd geïnteresseerd in hoe ik denk dat anderen mij willen zien. Daarom woon ik in de stad,want elke stad biedt mensen die hun natuurlijke lijfelijkheid willen afschudden en een verfijnde tweede natuur willen ontwikkelen een overvloed aan mogelijkheden. Er is in de stad zelfs een noodzaak om aan je persoon te klussen. Sinds mensen op elkaar gepakt in steden wonen,nu ruim vijfduizend jaar,is het onmogelijk om al die lichamen hun eigen goddelijke gang te laten gaan. Het zou een bende worden. Daarom hebben stedelingen,naast de letterlijke “beschaving” door langs elkaar schurende lichamen,ook meer verfijnde lijfsvergetelheidsprogramma’s opgezet. De burger heeft al sinds de eerste steden ontstonden – grappig genoeg tussen Eufraat en Tigris waar ook het paradijs gelegen moet hebben – enorme kapitalen over voor de beoefening van kunst,filosofie,sport en religie.” (bladzijde 318) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van Breyten Breitenbach uit de bundel ‘De windvanger’. Verder met het gedicht ‘TOEVLUCHTSOORD’. ‘door omheiningen hebben we ons spartelend een weg gebaand/en over fluisterende savannes hebben we geprobeerd te ontsnappen naar een nieuwe dag/tussen zebra’s waarvan de strepen waren vervloeid/en beugels waarvan luizen de huiden kaal hadden gevreten/de ouderdom is een luis-///en in ons voetspoor is jullie snaklachen ontaard/met strijdbijlen die het licht brachten en smeulende fakkels/de doffe staat van jullie hoofden met de gekneusde gelaatstrekken/en de monden verslapt in idiotengelal/en jullie hadden geen weet meer van wie je was/geen wetten meer om vrijheid aan verantwoording te lassen/geen geweten meer dat binnen een referentiekader paste-/slechts het besef dat we stuk voor stuk moesten worden uitgeroeid'(bladzijde 174) Wordt vervolgd.