met het boek van Peter Henk Steenhuis en René Gude ‘door het beeld door het woord’. ”Tegelijk is het herderen en imkeren met de dieren een voorwaarde voor het vervaardigen van haar kunstwerken,en daarmee voorkomt zij in één beweging de verdwijning van zeldzame soorten en rassen. Het is prachtig dat haar werk – en daarmee de hele “Umwelt” ervan – te zien is in bij uitstek publieke ruimtes:ziekenhuizen,bibliotheken,maar ook in een zaal van de Verenigde Naties en bij het World Economic Forum in Davos. Ze zegt ook onomwonden dat ze wellicht beleidsmakers kan verleiden “beslissingen te nemen die de duurzaamheid in de wereld ten goede komen”. Jongstra hoopt een brug te slaan tussen die molochs van instituties en de bijen die op uitsterven staan. Het schone en goede trekken samen op in een bijna nuchtere zakelijkheid. Een moraliserende toon is nergens voor nodig.’ Jongstra vertelde mij dat haar kleuren zelfs een door de loop van het leven afgedicht gevoelsleven van een terminaal zieke patiënt wisten te openen. Goed mogelijk dat de familie en de patiënt,via het werk van Jongstra,een onvermoed gesprek over die emoties konden voeren. Dankzij Beeld tot betere taal. Patiënten die met de viltdoeken geconfronteerd worden,zegen heimwee te ervaren. ‘Daarmee zijn we terug bij het meest vrije en ongedwongen domein waar verbeelding en verwoording om elkaar heen cirkelen.”(bladzijde 328-329) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘De windvanger’. ‘ISIS/’l’amour est mort de trop d’amour”/////jij gespitst op iets op tafel/in het donker kan (ik) het niet goed zien./leun over je schouder en zie:/jij bezig om een legpuzzel bijeen te passen/stuk voor stuk:/neemt het patroon een vorm aan zie (ik):/het is mijn portret,mijn contour,mijn ik!///je handen zo rats(ratten)/je kennersoog'(bladzijde 186) Wordt vervolgd. Het gedicht is nog niet af.