met het boek van Peter Henk Steenhuis en Rene Gude ‘door het beeld door het woord’. ”Goed,hier dan een mooi zeventiende-eeuws schema,goedgekeurd door Descartes en Spinoza: existentie(ruimte) essentie(tijd) conatus(streefvermogen) appetitio(begeren) voluntas(willen) intellectus(voorstellingsvermogen)sensus(waarnemen) ratio(denken) Ah verdomd,het is waar. Die verschuiving in de tijd is interessant. ‘Ja. het eerste rijtje gaat feitelijk over streefvermogen en voorstellingsvermogen,zonder uitstel gebruikt. Dat zijn “appetitio” en “sensus”,begeerte en waarneming van spullen die in de ruimte voor je neus liggen. “Voluntas” en “ratio’ zijn het tweede streefvermogen en voorstellingsvermogen met uitstel,in de tijd geplaatst dus. Hiermee komt een goed bewaard geheim van de filosofie aan het licht. Over ruimte en tijd hebben wij flink wat stof doen opwaaien. Tijd? Vraag niet aan Augustinus wat het is en je komt nooit te laat. Iedereen weet wat tijd is. Maar vraag je wel aan Augustinus wat tijd is,dan kom je je huis niet meer uit,doordat je plotseling niet meer kunt klokkijken van het piekeren. Dan kan alleen Joke Hermsen je nog redden.”'(bladzijde 359) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘De windvanger’. Verder met het gedicht ‘NEW YORK,12SEPTEMBER 2001’. ‘beelden blijven kermen om uiting achter het oog/vliegtuigen zijn bommen vol granaatscherven van zachte lijven/dan de vuurzee van vlambommen uit wolkenkrabbers/menselijke lichtkogels als neerstortende engelen van bovenste verdieping/omlaag,omlaag,langs glimmende gebouwen van glas en staal/gewichtloos en slank en met gestroomlijnde vuurvleugels/neerschietend weerspiegeld in de vluchtige taal van het vergeten-/de hellehond van de vernietiging heeft een rode lachtong'(bladzijde 236) Wordt vervolgd. Het gedicht is nog niet af.