met het boek van Peter Henk Steenhuis en René Gude ‘door het beeld door het woord’. ”Je moet er eerst het vuur van de goden voor stelen en dan nog ontdekken dat een aardappel efficiënter te verteren is als je hem niet meteen opschrokt,maar enige tijd in water kookt. Dat kan natuurlijk alleen als je de pottenbakkerij onder de knie hebt en nog liever het koperslaan.Als je dan ook nog leert niet alle aardappels meten op te gobbelen,maar er een paar terug te stoppen in de grond,dan kun je er na een paar maanden geduld oefenen een veelvoud van oogsten. Het vermogen om te wachten,de kunst van het uitstel,is een onontbeerlijk vermogen bij het veraangenamen van het leven. Maar dat is tamelijk wonderbaarlijk,niet veel dieren hebben die weg naar het betere leven al gevonden. Een functie van kunst is het oefenen van uitstel. In “Wachten op Godot” vallen vorm en inhoud samen. Haarsma biedt tijd om complexe emoties niet onmiddellijk te bevredigen,zoals afkeer als je geconfronteerd wordt met martelpraktijken,maar een constructiever handelingsperspectief te ontwikkelen.’ Zijn die uitgestelde emoties dan nog wel echt,wordt ons leven niet erg sophisticated? ‘Een romantische kritiek op beschaving,cultuur,esthetiek is inderdaad dat alles onecht,gekunsteld wordt.”(bladzijde 387-388) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘De windvanger’. ‘TERUGBLIK/////ook ik/ook ik danste/hoorde muziek over de heuvels/hoe die trilde als een luchtbeving/hoe de hand zijn onleesbaarheid op de muur achterliet/ik ontcijferde vuren in de nacht/maakte innig kennis met de liefde/kreeg de ontvleugelde god in een boek/reisde van kroeg naar vrouw naar begrip/naar bergtop extase/als de wereld zich in eeuwigheid ontvouwde/en de zon was een maan/en de zon was een zingende maan'(bladzijde 280) Wordt vervolgd. Het gedicht is nog niet af.