met ‘Megalomanie voor beginners,protocollen’. Uit ‘Nergensman’ van P.F. Thomése. ‘Kinderspel. De destructie waar ik werkelijk naar verlangde,was semantisch en syntactisch van aard. Een einde maken aan de woordenzwendel,de verbale uitzaaiingen die mij letterlijk in mijn bestaan bedreigden. De clichés,de voorgedrukte emoties en ambities,een heel leven dat al van tevoren beschreven was. Weg met die tweedehands kleren van naaktgeboren kutkeizertjes. De wereld moest weer wit worden als een eerste bladzijde. (Eerst volgeschreven,zwartgeschreven. En dan weer witgemaakt. Zwart,wit. Als het maar een uiterste was.) De vernietiger is megalomaan,totalitair. Neemt met minder geen genoegen. Alles of niets. Dan maar niets. Niets is ook goed,klootzakken. Mijn fantasie:voor de grap in ieders aanwezigheid alle woorden verwisselen. Dood aan de dooddoeners,de clichés. Elk woord een bom die ontploft zodra je haar uitspreekt. Weg van alle vaste betekenissen. De taal bevrijden uit haar kluisters en clusters,haar erop uitsturen om verhalen te vinden die niemand nog had gehoord,om geuren en gevoelens los te maken die nu pas konden worden ervaren,nu pas,nu de woorden door mij gevonden gingen worden. Nieuw,nieuwer,kapot. O eeuwig verlangen aan het begin van iets groots,iets ongekends te staan. ‘Altijd het nieuwe:eeuwige modernistische must’. De vernietiging.'(bladzijde 18-19) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘Skryt Om een zinkend schip blauw te verven’. ‘Afgelopen///in memoriam Sysie///A///over de heuvels kom ik te paard/kom ik met een bloem in de hoed/de duiven en de vrede/volgen mij te voet/verorberen alle sporen van mijn bloed/laten álle kloosterklokken vlammen!'(bladzijde 100) Wordt vervolgd. Het gedicht is nog niet af.