met ‘Megalomanie voor beginners,protocollen’. Uit ‘Nergensman’ van P.F. Thomése. ‘De vernietiging van de conventies. Schrijven is herschrijven,opnieuw schrijven. Er is niets anders. Er is niets anders dan niets. Wij makers zijn kapotmakers. Op grandioze wijze te gronde gaan. De conventies aan stukken knippen,er figuurtjes uitknippen en die opplakken. De schrijver is een revolutionair,niet naar buiten toe maar van binnenuit. Binnen heeft hij de ruimte nodig. om te verdwalen,zichzelf te verliezen,weer onbepaald te worden. Buiten heeft hij niets te zoeken,daar vermomt hij zich als iedereen. De vergissing dat je anderen nodig hebt om de wereld te veranderen. Formules,formuleringen heb je nodig om de wereld te kraken,anderen te kraken,en de werkelijkheid eindelijk helemaal voor je zelf te hebben. Onlust/wellust. Maar ook de doodgewone onlust/wellust iets kapot te maken,kapot te schrijven. Wie vernietigt,is zelf ook leeg. Wil dat het buiten hem even leeg wordt als binnen in hem. De eeuwige ontsnapping uit het heden. Het heden:dat wat gebeurt. Een ontsnapping naar een potentieel. Dus niet de onmogelijkheid (bijvoorbeeld van de droom),maar een mogelijkheid (van het schrijven dus). De schrijver als schepper van mogelijkheden.'(bladzijde 19-20) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘Skryt Om een zinkend schip blauw te verven’. Verder met het gedicht ‘Afgelopen’. ‘afgezanten/vliegen gaan mij voor/vet van de blijde tijding/van de wandelende lijkgang van mijn lichaam/de zon is mijn banier!/// vanavond nog/wanneer vuren weer op landerijen van de nacht bloeien/het wonder van de wonden openbaren/de vrees zo donker als de oude sneeuw/als pachters zonder schoenen door nachtvuren dansen/want de wereld is van de landman'(bladzijde 100) Wordt vervolgd. Het gedicht is nog niet af.