computer binnen handbereik. Komt niet veel voor! Zondag 30-10-16;verder met ‘Megalomanie voor beginners,protocollen’. Uit ‘Nergensman’ van P.F.Thomése. ‘Het afwezige kind.Nog steeds als ik me indenk in het kind dat ik was,ervaar ik die afwezigheid van alles. Na mijn dood geboren. In een wereld die al niet meer bestond. Mijn verlangen een herinnering aan een verlangen. Mijn leven:de geschiedenis van een afwezigheid. Alles is schim en afschaduwing,verwijzing naar iets wat verdwenen is. De bomen,de huizen,de gezichten,de voorvallen worden tot tekens,symbolen van iets wat niet meer te achterhalen is. Fossielen,runen,pentimento’s. Alles wat ik zie doet mij aan iets denken wat mij niet meer te binnen wil schieten. Maar later,zegt de tijd tot het kind dat rondstommelt in de afwezigheid,later als je groot bent,zul jij je eigen verleden hebben. Later zul jij hierop terugkijken en het deerlijk missen,zeggen de grote mensen met die pijn die grote mensen voelen als ze met een schok inzien dat ze in de verloren tijd niet goed hebben opgelet – waardoor er achteraf iets door hun vingers blijkt te zijn geglipt wat ze goddomme nooit hebben gekend. Nostalgie. Is terugverlangen naar een verleden dat er nooit is geweest. Terugverlangen naar het verlangen. Nostalgie is het gemis intact houden. Een plaatje draaien en weer dat gemis voelen,die gapende oneindigheid van het leven elders,het vermoede leven waar je je alleen voorstellingen van kon maken. Als een film,zo was het,als muziek in je oren.’ (bladzijde 21-22) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘Skryt Om een zinkend schip blauw te verven’. Verder met het gedicht ‘Afgelopen’. ‘B///zie je me nu?/mijn herauten/mijn stank-met-vleugels/kondigt mij aan uit de lucht/over de heuvels kom ik te paard/kom ik met een mond vol bloed/de duiven en de vrede/gekneusd onder de voet/zie je mij nu?/van mij krijg je niets/behalve de vliegen van mijn woorden’ (bladzijde 100) Wordt vervolgd. Dit was het gedicht. Morgen het laatste gedicht uit de bundel ‘Skryt’.