met ‘Megalomanie voor beginners,protocollen’. Uit ‘Nergensman’ van P.F. Thomése. ‘Zoals je vroeger een stok nodig had,een zakmes,een keitje in je handpalm. Ik ben altijd een jongen van geweld geweest. Een zachte jongen,maar een gewelddadige. De onuitstaanbare gedachte dat anderen de wereld ook voor zich opeisen. De noodzaak derhalve van een eigen wereld,een ontoegankelijke met eigen codes. Niet een eigen huis,waar men zich verschanst,maar een eigen wereld met routes die door anderen niet worden opgemerkt,met bezittingen overal die door anderen ongeweten voorbij worden gelopen. De hang naar geweld wordt gewekt door de ander. Er zijn anderen die je wilt bezitten en er zijn anderen die je wilt vernietigen. De meeste anderen vernietigen zichzelf in het grijze gat van de onverschilligheid,ze lossen vanzelf op in het bewustzijn,zonder sporen achter te laten. Hoef je niets aan te doen. Hun gezichten verliezen hun namen,hun namen raken hun gezichten kwijt,hun bestaan verpulvert tot zand waarin niets geschreven blijft. Het solitaire genot iets uit te wissen,van de kaart te vegen;uit weerzin tegen complicaties alles weg te vagen. Pas als iets vernietigd wordt trekt het de aandacht. Het beeld is vrij geworden,het kan op zoek gaan naar zijn betekenis. Een schrijver scheurt zichzelf los uit de foto waar hij op afgebeeld staat. Dan pas kan hij gaan schrijven. Dan (als hij zichzelf vernietigd heeft) kan hij de wereld gaan toeschrijven aan zichzelf. Kan hij,naar het woord van Mandelstam,zichzelf bij de hand nemen en door de straten gaan lopen.'(bladzijde 30-31) Wordt vervolgd. Nu weer verder met het verhaal ‘Tussen de benen’ van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘Alles één paard’. ‘Het is dus niet meer dan logisch aan te nemen dat er in den beginne Mogelijkheid is/was. Hoe zouden we anders tot het vullen van de bladzijde zijn gekomen? Geen Bestaan zonder Begrenzing. In den beginne zijn er instructies. (Lees richtlijnen,bevelen,verboden wijken,enzovoort.) God is Woord of Vlees of iets dergelijks. Het doet er niet werkelijk toe. Wel zal er,aangezien het Woord Gods is,sprake zijn van aandikken omdat het woord slechts door te worden kan bestaan. Ik bedoel dat elk woord een dubbel bestaan heeft:het woord als Zodanig en datgene waar het voor staat. Een ander woord desnoods. En het groeit tot in de hemel.'(bladzijde 11-12) Wordt vervolgd. Het verhaal is nog niet af.