met ‘Megalomanie voor beginners,protocollen’. Uit ‘Nergensman’ van P.F. Thomése. ‘De onleesbaarheid van de wereld. Ondertussen wordt de wereld steeds minder leesbaar. Teksten hebben onderling steeds minder verbinding. Ik heb steeds minder verbinding,zal ik bedoelen. Het gevoel van loosheid,kretologie. Een wereld vol roependen in de woestijn,een overbevolkte woestijn met roependen die elkaar niet verstaan door al het geroep om hen heen. Á la Musil. Vraag. Wat te doen om niet zelf te worden vernietigd door de onbegrijpelijke hoeveelheid bullshit om ons heen? Antwoord. Niets. Verveling. Nergens op wachten,wachten op iets om op te kunnen wachten. Zo bezien een negatieve houding. Ander beeld:verveling is een zich losmaken uit de conventies van de dag,zich uit de koers laten slaan op de zee van de tijd,een kust zoeken en niet weten welke kant op te kijken. Wie zich verveelt,drijft af op gedachten die hij niet herkent. Zijn het wel gedachten? Er is hier niets wat een gedaante heeft,alles vloeit en stroomt,verdampt en lost op. Verveling is een fluïdum zonder fles,het beweegt zich alle kanten op. Verveling wordt over het algemeen slecht verdragen. Dat komt door haar oneindigheid. Zij is wat het leven zou zijn wanneer er geen kunstmatige begrenzingen waren. Het leven puur,nog niet keurig opgedeeld in overzichtelijke categorieën waar alles in past. (bladzijde 33-34) Wordt vervolgd. Nu weer verder met het verhaal ‘Tussen de benen’ van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘Alles één paard’. ‘Ik vraag Mens wat hij met Gods lijkt heeft gedaan. We hebben het verstopt in de aarde om de ondergrond te versterken,zegt hij. Groeien de planten ervan,vraag ik. Nee,de grond hier in de buurt heeft een raar bleek smaakje maar er is een zoetwaterbron dichtbij. Mens is gewend daar te komen bedenken dat er iets is dat hij zich zou moeten herinneren. Dan neemt hij een slokje water en vergeet prompt zichzelf in het heldere vocht. ik zeg Mens dat hij er niet over in moet zitten,dat het geen zin heeft te denken over wat vergeten is,dat er om te beginnen misschien Niets te herinneren is geweest (wat de geest natuurlijk koortsachtig doet tasten naar tegenwoordigheid),en dat trouwens het onderbewuste best oud genoeg is om voor zichzelf te zorgen. Ook stel ik dat water de ziel is van de spiegel.'(bladzijde 14) Wordt vervolgd. Het verhaal is nog niet af.