met ‘Megalomanie voor beginners,protocollen’. Uit ‘Nergensman’ van P.F.Thomése. ‘Niet zozeer zijn gebruik van adjectieven,voegwoorden,niet zijn syntactische en verbale vernuft (ook dat is stijl,ja),maar veeleer zijn vermogen betekenissen te vinden waar niemand ze had gezien. De ijsbloem,de wolk,de scheuratlas in het oude plafond. Iets zien wat een ander niet ziet,iets doorzien noemen we dat. Een situatie doorgronden. Tot leven wekken. Uit de dood opwekken. Opdracht. Probeer de ziel van je lievelingsschrijvers te beschrijven. Begin met Stendhal,Dostojevski,Hamsun. Antwoord. Hun kracht ligt in de tegenspraak die zij in hun vertelling toelaten. Het personage niet langer een karaktertype,maar een vat vol tegenstrijdigheden. Resultaat:vitaliteit. Julien Sorel (Rood en Zwart),Raskolnikow (Schuld en boete),Nagel (Mysterien). Wat zij gemeen hebben is:energie,vitaliteit. – Heb ik het hier eigenlijk over mijn lievelingsschrijvers of mijn lievelingspersonages? Taal is dood,hoe laat je haar leven? De muziek,dode taal,werd weer levend dankzij de polyfonie:Palestrina,Gesualdo,Bach. Tegelijkertijd en na elkaar. Polyfonie,dat is niet meer alleen de tonen na elkaar,maar ook tegelijk door elkaar heen.’ (bladzijde 43-44) Wordt vervolgd. Nu weer verder met het verhaal ‘Klotsen over je stoel’ van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘Alles één paard’. ‘Piloot wijst op beelden die voorbijschieten:rommelig kerkhof,vuilnisbelten waar ongelijksoortige voorwerpen uitsteken. Zoals het met alles gaat,zegt de blauwogige piloot,vreselijk,de grond in zonder onderscheid:boeken,kartonnen dozen,muizekeutels,lijken. O,antwoord je,maar dat is juist het mooie;we ontbinden allemaal op dezelfde manier – lijken,muizekeutels,kartonnen dozen,schoenen;zou niet kunnen als we niet allemaal dezelfde gedachte hadden,leven;zou geen aardiger kerel kunnen overkomen;naadloosheid! (Alles een paard.) En omhoog.’ (bladzijde 21) Wordt vervolgd. Het verhaal is nog niet af.