met ‘Tot besluit’ van Arnold Heumakers uit het boek ‘De esthetische revolutie’. ‘Kunst is kritisch,subversief en grensverleggend,kunst geeft inzichten die men elders niet kan krijgen,de kunstenaar is een soort ziener of profeet (vandaar dat men hem nog altijd graag in een talkshow zijn visie laat ontvouwen op het wereldnieuws),kunst verandert mens en wereld. Wat het engagement van de ‘Frühromantik’ inhoudt,laat zich samenvatten als:de intentie om een zinvolle,humane ‘wereld’ te creëren. In de ogen van de romantici is de verlichte moderniteit daar op eigen kracht onvoldoende in geslaagd. Het moderne leven wordt getekend door arbeidsdeling,loze functionaliteit,nihilisme,reductie van de mens tot zijn fysieke,materiële substraat ten koste van zijn hogere ideële zelf,vervreemding van zichzelf,van zijn medemensen en van de natuur – de ‘esthetische revolutie’ van de Romantiek wil de remedie zijn voor deze moderne kwalen. Symbolisch verbonden worden ze in de onmenselijkheid van het oneindige universum,waarin de mensheid zich niet thuis kan voelen,tenzij het de poëzie zou lukken er een ‘wereld’ van te maken. Hoe? Door tussen mens en universum op eveneens symbolische wijze eenheid en harmonie te creëren,niet voor eens en altijd,maar via een permanente,in ieder mens aanwezige ‘poëtische’ creativiteit – ziedaar de inzet van de ‘esthetische revolutie’ van de ‘Frühromantik’.'(bladzijde 358-359) Wordt vervolgd. Nu weer verder met het verhaal ‘Resten van mijn verhaal’ van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘Alles één paard’. ‘En ja,weggedoken in de stal van de verdronken koe vinden we een donker rillend dier dat zich verbergt voor het geblaf rondom. Ik haal de tuinslang,we spuiten hem schoon,een olifantje komt te voorschijn. Nu komt mijn familie aangestrompeld door het slijk om te knorren en te snorken over de wonderen van het lot en het lukraak geluk. Ons Kleine Zusje slaat haar armen om het kleine dier en knuffelt zijn grote oortjes,zijn grote hoofdje,zijn slurf die lijkt op een ruige fluistering. Tranen van vervoering lopen langs haar wangen,bekleden haar tanden met glans,vullen haar mond met een vluchtige glimlach.'(bladzijde 30) Wordt vervolgd. Het verhaal is nog niet af.