met ‘Rizoom,een inleiding’ van Deleuze en Guattari. ‘Gaat het dan om een ander of nieuw dualisme? Neen. Het probleem van het schrijven is dat je uitsluitend met onnauwkeurige uitspraken iets nauwkeurig moet beschrijven. En helemaal niet omdat je daardoorheen zou moeten,en helemaal niet omdat je bij benadering te werk zou moeten gaan;de onnauwkeurigheid is helemaal geen benadering,zij is in tegendeel het nauwkeurige verloop van datgene wat gebeurt. Wij doen alleen maar een beroep op het ene dualisme van modellen om het andere af te kunnen wijzen. Wij bedienen ons slechts van een dualisme van modellen om een proces op gang te brengen dat elk model zal afwijzen. Wij laten de cerebrale correcties aan de lezer over om daarmee de dualismen,die wij niet hebben willen produceren en via welke wij gegaan zijn,te vernietigen. Wij laten het aan de lezer over om te komen tot de magische formule waarnaar we allemaal op zoek zijn:Pluralisme=Monisme,en daarmee voorbij te gaan aan alle dualismen;zij zijn de vijand,evenwel de absoluut noodzakelijke vijand,de boedel die wij voortdurend verslepen. Laten we de belangrijkste kenmerken van een rizoom nog eens opsommen:in onderscheid met bomen en wortels verbindt het rizoom een willekeurig punt met een ander willkeurig punt,elk van de lijnen verwijst niet noodzakelijk naar soortgelijke lijnen maar brengt heel verschillende tekenstelsels in het spel en zelfs toestanden zonder tekens.'(bladzijde 43) Wordt vervolgd. Nu weer verder met het verhaal ‘Broer’ van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘Alles één paard’. ‘Ik herinner me nu dat het een koele sombere dag is zoals deze. Ik moet het heden beleven alsof het een herinnering was. Herinnering van sneeuw en van stof. Zon verborgen gelaat. Zwaluwen die laag zwieren met openschietende vleugels,mieren die bleke snippers koortsachtig door gaatjes de aarde in slepen.'(bladzijde 76) Wordt vervolgd. Het verhaal is nog niet af. Een bijzonder woord. In de bundel van Anne Vegter ‘Eiland berg gletsjer’ kom ik het woord ‘diepteoorlog’ tegen.